- De prijzen van treinkaartjes en abonnementen van de NS stijgen volgend jaar toch niet.
- Een eenmalige rijksbijdrage van 420 miljoen euro maakt dat mogelijk.
- Internationale treinreizen en de huur van een OV-fiets worden wél duurder.
- Lees ook: Deutsche Bahn verkoopt Arriva aan Amerikaanse investeerder: provincies bezorgd over trein- en busvervoer
De prijzen van treinkaartjes en abonnementen van de NS stijgen volgend jaar niet. Dat heeft het spoorbedrijf dinsdag laten weten.
Eerder was al bekend dat het demissionaire kabinet 420 miljoen euro uittrekt om de prijsstijging van kaartjes in het openbaar vervoer te voorkomen. Hier had de Tweede Kamer om gevraagd. Van dat bedrag gaat 120 miljoen euro naar de NS en 300 miljoen euro naar het regionaal vervoer.
Het bedrag dat de NS krijgt is incidenteel, maar wel voldoende om de voorgenomen tariefsverhoging van 8,67 procent uit te kunnen stellen. “We zijn blij met dit goede nieuws voor onze reizigers in een tijd waarin veel zaken duurder worden”, aldus Tjalling Smit, verantwoordelijk voor treinkaartjes en abonnementen van de NS.
Wel herhaalt hij de zorg dat de tariefsverhoging eind volgend jaar alsnog moet worden doorgevoerd, bovenop de inflatie voor 2025. “Daar zit niemand op te wachten”, zegt Smit. “We zijn daarom in gesprek met Den Haag om dit te voorkomen en te zoeken naar een structurele oplossing.”
Internationale treinreizen en de huur van een OV-fiets worden wèl duurder
Reizen met de internationale treinen van de NS en het huren van een OV-fiets worden wèl duurder. De tarieven voor internationale treinen worden per 1 januari verhoogd met 7,85 procent. Het huren van een OV-fiets gaat 4,55 euro kosten per 24 uur, in plaats van 4,45 euro: een stijging van 2,2 procent.
De NS werkte tot voor kort aan een zogeheten tariefdifferentiatie, waarbij reizigers tijdens de spits meer zouden moeten betalen dan mensen die op minder drukke momenten reizen.
Het bedrijf wilde zo de drukte spreiden. Maar wegens gebrek aan draagvlak is deze spitsheffing van de baan, zo liet NS-directeur Wouter Koolmees vorige week weten.